Vertalingen minderen NL>FR
minderen (ww.) | amenuiser (ww.) ; amoindrir (ww.) ; baisser (ww.) ; décliner (ww.) ; décroître (ww.) ; défaillir (ww.) ; diminuer (ww.) ; réduire (ww.) |
het minderen | diminution (v) |
minderen | diminution |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `minderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afnemenNL: beperkenNL: dalenNL: declinerenNL: inkrimpenNL: inperkenNL: kortenNL: krimpenNL: minder wordenNL: minwordenUitdrukkingen en gezegdes
NL: vaart
minderen
FR: ralentir