Vertaal
Naar andere talen: • inkrimpen > DEinkrimpen > ENinkrimpen > ES
Vertalingen inkrimpen NL>FR
inkrimpen (ww.) amenuiser (ww.) ; baisser (ww.) ; descendre (ww.) ; diminuer (ww.) ; fondre (ww.) ; reduire (ww.) ; se contracter (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `inkrimpen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afnemen
NL: afslanken
NL: begrenzen
NL: beperken
NL: bezuinigen
NL: inperken
NL: kleiner worden
NL: krimpen
NL: minder worden
NL: minderen