Vertaal
Naar andere talen: • manoeuvreren > DEmanoeuvreren > ENmanoeuvreren > ES
Vertalingen manoeuvreren NL>FR

manoeuvreren

werkw.
Uitspraak:  [manu'vrerə(n)]
Verbuigingen:  manoeuvreerde (verl.tijd ) heeft gemanoeuvreerd (volt.deelw.)

(een vervoermiddel) laten bewegen - manoeuvrer
behendig door het drukke verkeer manoeuvreren - se faufiler à travers la circulation dense

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
manoeuvreren (ww.) actionner (ww.) ; bouger (ww.) ; manier (ww.) ; manoeuvrer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `manoeuvreren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: draaien
NL: loodsen
NL: marcheren
NL: rangeren
NL: sturen