Vertalingen lid NL>FR
het lid
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [lɪt] |
Verbuigingen: | leden (meerv.) |
1) iemand die bij een vereniging of een andere groep mensen hoort -
membre (le ~) lid zijn van een voetbalclub - être membre d'un club de football gemeenteraadslid - conseiller municipal / membre du conseil municipal |
2) penis -
membre (le ~) het mannelijk lid - le membre viril |
3) paragraaf van een wetsartikel of reglement -
alinéa (le ~) artikel 10, lid 3 - l'article 10, alinéa 3 |
4) deel van de uitdrukking: -
onder de leden hebben (=voelen dat je ziek wordt) - couver
Ik heb griep onder de leden. - Je couve une grippe.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het lid | bite (v) ; zizi (m) ; section (v) ; poteau (m) ; pénis (m) ; paragraphe (m) ; membre viril (m) ; membre (m) ; couvercle (m) ; con (znw.) ; bitte (v) ; alinéa (m) |
lid | le abonné ; paragraphe ; mutualiste ; membre titulaire ; membre ; le député ; associé ; articulation ; article |
Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `lid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhangerNL: abonneeNL: alineaNL: deelNL: dekselNL: geledingNL: gelidNL: gewrichtNL: groepslidNL: knoopUitdrukkingen en gezegdes
NL: nieuw
lid dat plechtig ontvangen wordt
FR: récipiendaire (le)NL: lid worden van
FR: se faire recevoir à NL: werkend
lid
FR: membre actif