1. MWB
  2. Vertalen
  3. komiek (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • komiek > DE • komiek > EN • komiek > ES
Vertalingen komiek NL>FR
[koˈmik]
[mv: komieken]

1 iemand die als beroep of incidenteel grappig doet - comique (le ~(m) en la ~(v))

  `Het is vreselijk voor een komiek als de zaal niet lacht.`
  C'est mortel pour un comique si le public ne rit pas.

[koˈmik]

1 ( komisch) grappig - amusant/-ante
[amyzɑ~/-ɑ~t]

  `een komiek duo`
  un duo comique


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
komiek (znw.) actrice (v) ; acteur (m)
komiek plaisamment ; sympa ; sottement ; sot ; risible ; rigolote ; rigolo ; plein d'esprit ; plaisant ; avec humour ; marrant ; humoristique ; humoriste ; hilarant ; gai ; divertissant ; comiquement ; comique ; chic ; bouffon
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `komiek`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: cabaretier
NL: geestig
NL: geinig
NL: grappenmaker
NL: grappig
NL: guit
NL: humoristisch
NL: kluchtig
NL: koddig
NL: komisch