Vertalingen kloppen NL>FR
kloppen
werkw.
Uitspraak: | [ˈklɔpə(n)] |
Verbuigingen: | klopte (verl.tijd ) heeft geklopt (volt.deelw.) |
1) met je vingers op iets tikken -
frapper op de deur kloppen voor je naar binnen gaat - frapper (à la porte) avant d'entrer Op de deur hangt een bordje 'binnen zonder kloppen'. - Sur la porte il y a un panneau 'entrez sans frapper'. |
2) (van het hart) voelbaar ritmisch bewegen -
battre een onregelmatig kloppend hart - un rythme cardiaque irrégulier |
Het hart klopt me in de keel. (=ik ben bang) - Mon coeur bat la chamade.
|
3) juist zijn, of in overeenstemming zijn (met iets anders) -
être exact , correspondre Ben je boven de 50? Ja, dat klopt. - Tu as plus de 50 ans? Oui, c'est ça / c'est exact. Het beeld van de oudere werknemer klopt niet meer - L'image que nous avons du salarié vieillissant ne correspond plus à la réalité. De theorie klopt niet met de praktijk. - La théorie ne correspond pas à la pratique. |
4) met een mixer, garde of vork lucht door een vloeistof mengen culinair -
battre eieren schuimig kloppen met de suiker - battre des oeufs en neige avec du sucre slagroom stijf kloppen - battre/fouetter la crème |
5) verslaan sport -
battre De wielrenner zal in de sprint geklopt worden door een tegenstander. - Le coureur cycliste sera battu dans le sprint par un adversaire. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kloppen (ww.) | correspondre (ww.) ; vibrer (ww.) ; trembler (ww.) ; toquer (ww.) ; tenir debout (ww.) ; taper sur (ww.) ; taper (ww.) ; palpiter (ww.) ; heurter (ww.) ; frémir (ww.) ; frapper (ww.) ; être correct (ww.) ; craqueter (ww.) ; concorder (ww.) ; coïncider (ww.) ; cogner (ww.) ; cliqueter (ww.) ; claquer (ww.) ; battre (ww.) ; avoir du sens (ww.) |
het kloppen | battement (m) |
kloppen | cognage ; se relever juste ; fouettage ; écrouissage ; détonation |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `kloppen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aankloppenNL: aantikkenNL: bonzenNL: congruent zijnNL: correct zijnNL: inmakenNL: juist zijnNL: klutsenNL: lillenNL: overeenstemmenUitdrukkingen en gezegdes
NL: dat klopt niet
FR: le compte n'y est pasNL: het
kloppen
FR: (van motor) le cognement