Vertaal
Naar andere talen: • kiepen > DEkiepen > ENkiepen > ES
Vertalingen kiepen NL>FR
kiepen (ww.) basculer (ww.) ; chavirer (ww.) ; culbuter (ww.) ; dégringoler (ww.) ; mettre sur le côté (ww.) ; plonger (ww.) ; renverser (ww.) ; retourner (ww.) ; tomber (ww.) ; tremper (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kiepen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dompen
NL: flikkeren
NL: gooien
NL: kantelen
NL: kelderen
NL: kieperen
NL: kippen
NL: omver kiepen
NL: tuimelen
NL: vallen