Vertaal
Naar andere talen: • hetgeen > DEhetgeen > ENhetgeen > ES
Vertalingen hetgeen NL>FR

hetgeen

pronoun
Uitspraak:  [hɛxen]

<je zegt dit als je praat over iets dat je al gezegd hebt>
- ce qui / ce que / ce dont
Ik heb een fout gemaakt, hetgeen me spijt. - J'ai fait une erreur, ce dont je m'excuse.
Ik houd me aan hetgeen is afgesproken. - Je me tiens à ce qui a été convenu.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hetgeen ce que ; ce qui
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `hetgeen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: wat