Vertalingen hetgeen NL>EN
hetgeen
pronoun
<je zegt dit als je praat over iets dat je al gezegd hebt>
-
(for) that which Ik heb een fout gemaakt, hetgeen me spijt. - I have made a mistake, I apologize for that. Ik houd me aan hetgeen is afgesproken. - I stick to the agreement. / I'll keep my end of the deal. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hetgeen | that which ; what ; what ; which ; that |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `hetgeen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: wat