Vertalingen goedhartig NL>FR
goedhartig | convenable ; tendre ; sympathiquement ; sympathique ; sympa ; serviable ; obligeant ; gentiment ; gentil ; doux ; accueillant ; charmant ; brave ; bon ; avec bonhomie ; attentivement ; aimablement ; aimable ; affablement ; affable |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `goedhartig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangenaamNL: aardigNL: attentNL: behulpzaamNL: bestNL: clementNL: goedaardigNL: goedigNL: goedmoedigNL: goeiig