Vertalingen glimmen NL>FR
glimmen
werkw.
Uitspraak: | [ˈxlɪmə(n)] |
Verbuigingen: | glom (verl.tijd ) heeft geglommen (volt.deelw.) |
1) erg glanzen -
briller , étinceler Als je de auto goed in de was zet, glimt hij weer als een spiegel. - Quand on a bien ciré la voiture, elle brille à nouveau de tout son éclat. |
2) (van je gezicht) er blij uit zien -
rayonner (de joie) glimmen van trots - être empli de fierté |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
glimmen (ww.) | briller (ww.) ; chatoyer (ww.) ; étinceler (ww.) ; scintiller (ww.) |
het glimmen | brillance (v) ; éclat (m) |
glimmen | luire |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `glimmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blinkenNL: fonkelenNL: glanzenNL: glinsterenNL: stralenUitdrukkingen en gezegdes
NL: glimmende schoenen
FR: des souliers bien cirésNL: mijn mouwen beginnen te
glimmen
FR: mes manches s'éliment