Vertalingen glinsteren NL>FR
glinsteren
werkw.
Uitspraak: | [ˈxlɪnstərə(n)] |
Verbuigingen: | glinsterde (verl.tijd ) heeft geglinsterd (volt.deelw.) |
schitteren -
étinceler , scintiller De gouden koepel van de kerk glinsterde in de zon. - Le dôme doré de l'église étincela au soleil. Ze was heel blij en haar ogen glinsterden. - Elle était très contente et ses yeux étincelaient. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
glinsteren (ww.) | briller (ww.) ; étinceler (ww.) ; exceller (ww.) ; luire (ww.) ; rayonner (ww.) ; reluire (ww.) ; resplendir (ww.) ; scintiller (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `glinsteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blinkenNL: fonkelenNL: glimmenNL: schitteren