Vertalingen giechelen NL>FR
[ˈxixələ(n)] [vvt: heeft gegiecheld]1 ( giebelen) (van meisjes) samen zachtjes lachen - pousser de petits rires étouffés
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
giechelen (ww.) | glousser (ww.) ; ricaner (ww.) |
giechelen | rire sottement |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `giechelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: giebelenNL: ginnegappen