Vertalingen giechelen NL>ES
giechelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈxixələ(n)] |
Verbuigingen: | giechelde (verl.tijd ) heeft gegiecheld (volt.deelw.) |
(van meisjes) samen zachtjes lachen -
reírse tontamente © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
giechelen (ww.) | reír (ww.) ; reírse tontamente (ww.) ; risita (ww.) |
giechelen | reír tontamente |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `giechelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: giebelenNL: ginnegappen