Vertalingen gepaard NL>FR
gepaard
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: -
gepaard gaan met (=samengaan met) - s'accompagner de / se doubler de
De buien gaan gepaard met hevige windstoten. - Les averses sont accompagnées de fortes rafales.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gepaard | accouple ; par couples ; par deux ; par paires |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `gepaard`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dubbelNL: paarsgewijsNL: verdubbelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: gepaard gaan met
FR: comporter