Vertalingen smoezen NL>FR
smoezen (ww.) | chuchoter (ww.) ; faire des messages basses (ww.) ; murmurer (ww.) ; souffler (ww.) ; susurrer (ww.) |
het smoezen | prétextes (m) ; subterfuges (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `smoezen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: fluisterenNL: kletsenNL: smiespelenNL: uitvluchtenNL: voorwendselsUitdrukkingen en gezegdes
NL: met elkaar
smoezen
FR: tramer qc.