het eigendom

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈɛixə(n)dɔm]
Verbuigingen:	-men (meerv.)

wat iemand bezit - propriété (la ~)

iets in eigendom hebben - avoir quelque chose en propriété je persoonlijke eigendommen - ses effets personnels

© K Dictionaries Ltd.

het eigendom	propriété (v)
de eigendom (m)	bien (znw.) ; biens (m) ; possession (v)
eigendom	biens ; propriété

Bronnen: Omegawiki.org; interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: bezit
NL: bezittingen
NL: goederen
NL: have

NL: in eigendom hebben FR: posséder en propre
NL: blijft eigendom van de onderneming FR: reste acquis à  l'entreprise
NL: publiek eigendom worden FR: tomber dans le domaine public