Vertaal
Naar andere talen: • bezit > DEbezit > ENbezit > ES
Vertalingen bezit NL>FR

het bezit

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈzɪt]

wat je hebt - bien (le ~)
Kinderen zijn een kostbaar bezit. - Avoir des enfants est une grande richesse.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het bezit bien (znw.) ; biens (m) ; possession (v) ; propriété (v)
Bronnen: interglot; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `bezit`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: activa
NL: baten
NL: bewoning
NL: bezitneming
NL: bezitting
NL: bezittingen
NL: eigendom
NL: goederen
NL: have
NL: tegoed

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: in het bezit komen van FR: entrer en possession de
NL: in het bezit stellen van FR: mettre en possession de
NL: in het bezit van FR: jouissant, de