Vertalingen bezit NL>FR
het bezit
zelfst.naamw.
wat je hebt -
bien (le ~) Kinderen zijn een kostbaar bezit. - Avoir des enfants est une grande richesse. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het bezit | bien (znw.) ; biens (m) ; possession (v) ; propriété (v) |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `bezit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: activaNL: batenNL: bewoningNL: bezitnemingNL: bezittingNL: bezittingenNL: eigendomNL: goederenNL: haveNL: tegoedUitdrukkingen en gezegdes
NL: in het
bezit komen van
FR: entrer en possession deNL: in het
bezit stellen van
FR: mettre en possession deNL: in het
bezit van
FR: jouissant, de