Vertalingen duivel NL>FR
de duivel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈdœyvəl] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
persoon die het kwaad voorstelt -
diable (le ~) van de duivel bezeten zijn (=in de macht van de duivel zijn) - être possédé par le diable
|
des duivels zijn (=woedend zijn) - être fou de rage
|
tekeer gaan als een duivel in het wijwatervat (=tekeer gaan als een bezetene) - s'agiter comme un diable dans un bénitier
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de duivel (m) | démon (m) ; diable (m) ; satan (m) |
duivel | diablotin |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `duivel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: demonNL: kwaadNL: luciferNL: satanUitdrukkingen en gezegdes
NL: een baarlijke
duivel
FR: un diable incarnéNL: de
duivel in hebben
FR: être enragéNL: om de
duivel niet
FR: jamais de la vieNL: als men van de
duivel spreekt, trapt men op zijn staart
FR: quand on parle du loup, on en voit la queue