Vertaal
Naar andere talen: • dokter > DEdokter > ENdokter > ES
Vertalingen dokter NL>FR
[ˈdɔktər]
[mv: dokters]

1 iemand die als beroep heeft zieke mensen beter te maken - médecin
[med(ə)sɛ~] (le ~(m))
docteur
[dɔktɶʀ] (le ~(m))

  `naar de dokter gaan met een zere voet`
  aller chez le médecin pour un pied douloureux

  `Als een kwaal moeilijk of ernstig is stuurt de dokter je naar een specialist.`
  Quand une affection est compliquée ou grave, le médecin vous envoie chez un spécialiste.


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de dokter (m) docteur (m) ; médecin (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `dokter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: arts
NL: geneesheer
NL: medicus