Vertalingen boosaardigheid NL>FR
de boosaardigheid (v) | bassesse (v) ; malice (v) ; malignité (v) ; malveillance (v) ; méchanceté (v) ; perversité (v) ; venimosité (v) ; vilenie (v) ; virulence (v) |
de boosaardigheid (m) | dépit (m) ; rancune |
boosaardigheid | malfaisance |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `boosaardigheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gemeenheidNL: kwaadaardigheidNL: kwaadwilligheidNL: slechtheid