Vertalingen bevuilen NL>FR
bevuilen (ww.) | barbouiller (ww.) ; beurrer (ww.) ; enduire (ww.) ; faire des taches (ww.) ; graisser (ww.) ; maculer (ww.) ; polluer (ww.) ; rendre sale (ww.) ; salir (ww.) ; souiller (ww.) ; tacher (ww.) |
bevuilen | contaminer |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bevuilen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beduimelenNL: bekladdenNL: bemorsenNL: besmerenNL: bevlekkenNL: bezoedelenNL: verontreinigenNL: vies makenNL: vuil makenNL: vuilmaken