Vertalingen beleggen NL>FR
beleggen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈlɛxə(n)] |
Verbuigingen: | belegde (verl.tijd ) heeft belegd (volt.deelw.) |
1) waardepapieren of dingen kopen waarvan je verwacht dat die een grotere waarde hebben als je ze weer verkoopt -
placer son argent beleggen in aandelen - placer son argent dans des actions |
2) organiseren -
organiser een vergadering beleggen - organiser une réunion |
3) op je brood doen -
garnir met rosbief belegde broodjes - des sandwich(e)s au rosbif |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beleggen (ww.) | investir (ww.) |
beleggen (ww) | placer (ww) |
beleggen | amarrer ; capeler ; investir ; prise ; tourner(une manoeuvre) |
Bronnen: interglot; www.onlinebeleggen.nl/; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `beleggen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedekkenNL: bijeenroepenNL: dekkenNL: inhuldigenNL: investerenNL: toedekken