bemachtigen

Vertalingen bemachtigen NL>FR

werkw.

Uitspraak:	[bəˈmɑ xtə x ə(n)]
Verbuigingen:	bemachtigde (verl.tijd ) heeft bemachtigd (volt.deelw.)

met veel moeite krijgen - se procurer

kaartjes voor het concert weten te bemachtigen - réussir à se procurer des tickets pour le concert

Overige bronnen

bemachtigen (ww.)

obtenir (ww.) ; s'emparer de (ww.) ; se saisir de (ww.)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `bemachtigen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aangrijpen
NL: grijpen
NL: loskrijgen
NL: overmeesteren
NL: vastgrijpen

Zojuist vertaald