Vertalingen beschieten NL>FR
beschieten
werkw.
Uitspraak: | [bəˈsxitə(n)] |
Verbuigingen: | beschoot (verl.tijd ) heeft beschoten (volt.deelw.) |
schieten op -
tirer sur De soldaten in de loopgraaf werden urenlang beschoten. - Pendant des heures, les soldats dans la tranchée ont subi des tirs. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beschieten (ww.) | bombarder (ww.) ; mitrailler (ww.) ; tirer sur (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `beschieten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afstraffingNL: beschietingNL: bestokenNL: bombardementNL: bombarderen