Vertalingen brengen NL>FR
brengen
werkw.
Uitspraak: | [ˈbrɛŋə(n)] |
Verbuigingen: | bracht (verl.tijd ) heeft gebracht (volt.deelw.) |
1) (naar een plaats) vervoeren -
conduire iemand naar het station brengen - conduire quelqu'un à la gare |
2) zorgen dat iemand in een bepaalde situatie komt -
mettre in gevaar brengen - mettre en danger |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
brengen (ww.) | amener (ww.) ; apporter (ww.) ; distribuer (ww.) ; fournir (ww.) ; procurer (ww.) |
brengen | annoncer ; introduire ; porter ; remettre ; sortir |
Bronnen: Wikipedia; Omegawiki.org; interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `brengen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangevenNL: aanleverenNL: aanrichtenNL: afgevenNL: afleverenNL: begeleidenNL: bestellenNL: betonenNL: bezorgenNL: langs brengenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het ver
brengen
FR: aller loinNL: aan de man
brengen
FR: marier (une femme)NL: aan het licht
brengen
FR: mettre au jourNL: een glas aan de lippen
brengen
FR: approcher un verre de ses lèvresNL: in rekening
brengen
FR: porter en compteNL: naar bed
brengen
FR: mettre au lit, coucherNL: naar boven
brengen
FR: monterNL: te weeg
brengen
FR: causerNL: ter dood
brengen
FR: exécuterNL: ter wereld
brengen
FR: mettre au mondeNL: tot stand
brengen
FR: effectuer, réaliserNL: Iemand ertoe
brengen te
FR: amener quelqu'un à NL: hij is er niet toe te
brengen
FR: on ne peut le persuader