zelfst.naamw. (m.)
rodekool met appeltjes - du chou rouge aux pommes |
De appel valt niet ver van de boom. (=kinderen hebben vaak hetzelfde karakter als hun ouders) - Tel père, tel fils.
|
een appeltje voor de dorst bewaren (=iets als reserve voor moeilijke tijden bewaren) - garder une poire pour la soif
|
voor een appel en een ei (=heel goedkoop) - pour une bouchée de pain
|
door de zure appel bijten (=iets vervelends verdragen) - passer un mauvais moment
|
appels met peren vergelijken (=verschillende dingen met elkaar vergelijken terwijl dat eigenlijk niet kan) - comparer des pommes et des poires
|
zelfst.naamw.