Vertalingen zachtaardig NL>FR
zachtaardig | charmant ; tendre ; sympathiquement ; sympathique ; sympa ; serviable ; obligeant ; gentiment ; gentil ; doux ; convenable ; brave ; bon ; avec bonhomie ; attentivement ; aimablement ; aimable ; affablement ; affable ; accueillant ; doucement |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `zachtaardig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangenaamNL: aardigNL: attentNL: behulpzaamNL: clementNL: goedaardigNL: goedhartigNL: goedigNL: goedmoedigNL: goeiig