Vertalingen afwisselen NL>FR
afwisselen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfwɪsələ(n)] |
Verbuigingen: | wisselde af (verl.tijd ) heeft afgewisseld (volt.deelw.) |
(iets) om de beurt vervangen (door iets anders) -
alterner theorie afwisselen met praktijkoefeningen - alterner la théorie avec des exercices pratiques |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afwisselen (ww.) | altérer (ww.) ; alterner (ww.) ; changer (ww.) ; différer (ww.) ; diverger (ww.) ; échanger (ww.) ; modifier (ww.) ; permuter (ww.) ; transformer (ww.) ; varier (ww.) |
afwisselen | rotation |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afwisselen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: herzienNL: uiteenlopenNL: variërenNL: veranderenNL: verschillenNL: verwisselenNL: wijzigenNL: wisselenUitdrukkingen en gezegdes
NL: elkaar
afwisselen
FR: se relayer