Vertalingen afwisselen NL>EN
afwisselen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfwɪsələ(n)] |
Verbuigingen: | wisselde af (verl.tijd ) heeft afgewisseld (volt.deelw.) |
(iets) om de beurt vervangen (door iets anders) -
alternate theorie afwisselen met praktijkoefeningen - alternate theory with hands-on experience |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afwisselen (ww.) | to alter ; to alternate ; to alternate with ; to change ; to create ; to differ ; to diverge ; to interchange ; to invent ; to make ; to range ; to switch ; to transform ; to variate ; to vary |
afwisselen | rotation |
Bronnen: interglot; KNNV Botanical glossary; Wakefield genealogy pages; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afwisselen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: herzienNL: uiteenlopenNL: variërenNL: veranderenNL: verschillenNL: verwisselenNL: wijzigenNL: wisselenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; `switch` wordt wel in US-Engels gebruikt maar niet of zelden in UK-Engels. In UK-Engels gebruikt men `points` In US-Engels gebruikt men `switch` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: rood en groen wisselden elkaar af
EN: red and green succeeded each other, alternated