Vertalingen aanmodderen NL>FR
aanmodderen
werkw.
Uitspraak: | [ˈanmɔdərə(n)] |
Verbuigingen: | modderde aan (verl.tijd ) heeft aangemodderd (volt.deelw.) |
niet ordelijk werken -
bâcler son travail maar wat aanmodderen omdat je niet weet hoe je iets moet doen - faire n'importe quoi, faute de savoir comment faire quelque chose |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanmodderen (ww.) | bricoler (ww.) ; tripoter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aanmodderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanrommelenNL: prutsenNL: rommelenNL: stumperen