Vertalingen zwellen NL>FR
zwellen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzwɛlə(n)] |
Verbuigingen: | zwol (verl.tijd ) is gezwollen (volt.deelw.) |
groter worden -
se gonfler , s'enfler zwellen van trots (=erg trots zijn) - déborder de fierté
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zwellen (ww.) | gonfler (ww.) ; se gonfler (ww.) ; se dilater (ww.) ; s'enfler (ww.) ; s'amplifier (ww.) ; prendre du poids (ww.) ; prendre de l'expansion (ww.) ; prendre de l'ampleur (ww.) ; lever (ww.) ; grossir (ww.) ; enfler (ww.) |
het zwellen | gonflement (m) ; enflure (v) |
zwellen | crue ; trempage ; pousser ; poussée ; mouillage ; foisonnement |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zwellen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanzwellenNL: opbollenNL: opzettenNL: opzwellenNL: rijzenNL: uitdijenNL: wassen