Vertalingen zuur NL>FR
I het zuur
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [zyr] |
Verbuigingen: | zuren (meerv.) |
chemische stof -
acide (le ~) azijnzuur - acide acétique zoutzuur - acide chlorhydrique / esprit-de-sel |
II zuur
bijv.naamw.
1) met een karakteristieke smaak, zoals van een citroen -
acide , sur/sure , aigre zure uitjes - petits oignons au vinaigre |
2) onaangenaam -
pénible zure grappen - des plaisanteries pénibles iemand het leven zuur maken - empoisonner la vie de quelqu'un |
[zyr] [mv: zuren]1 chemische stof - acide (le ~(m))
`azijnzuur`
acide acétique
`zoutzuur`
acide chlorhydrique / esprit-de-sel
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zuur (znw.) | pickles (m) |
zuur | acide ; aigre ; aigrement ; amer ; amèrement ; déplaisant ; désagréable ; sur ; acide ; eau-forte ; mordant |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `zuur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bijtendNL: bitterNL: galachtigNL: gemelijkNL: maagzuurNL: onaangenaamheidNL: rinsNL: tafelzuurNL: verdrietigNL: vervelend