Vertalingen zuigen NL>FR
zuigen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzœyxə(n)] |
Verbuigingen: | zoog (verl.tijd ) heeft gezogen (volt.deelw.) |
1) door onderdruk naar je toe trekken -
sucer , aspirer Dit pompje zuigt al het vocht weg. - Cette pompe aspire tout le liquide. De baby zoog wel aan de speen, maar er kwam niks uit. - Le bébé a tété le biberon, mais rien n'en est sorti. |
2) deel van de uitdrukking: -
zuigen op/aan (=in je mond nemen zonder te kauwen) - sucer
zuigen op een lolly - sucer une sucette
|
3) stofzuigen -
passer à l'aspirateur de slaapkamers zuigen - passer l'aspirateur dans les chambres |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zuigen (ww.) | absorber (ww.) ; s'imbiber (ww.) ; sucer (ww.) ; suçoter (ww.) ; téter (ww.) |
zuigen | aspiration ; aspirer ; succion ; téter |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `zuigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanzuigenNL: afzuigenNL: drinkenNL: fellatio doenNL: jennenNL: lurkenNL: opzuigenNL: pijpenNL: sabbelenNL: slurpen