Vertalingen wezen NL>FR
I het wezen
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈwezə(n)] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) levend schepsel, zoals een mens of dier -
être (le ~), créature (la ~) een menselijk wezen - un être humain een buitenaards wezen - un/une extraterrestre |
2) de essentie (van iets of iemand) -
essence (la ~), nature (la ~) oorsprong en wezen van de dingen - l'origine et l'essence des choses |
II wezen
werkw.
1) zijn -
être Dat zal wel wezen. - C'est sans doute ça. |
Ze mag er wezen. (=ze is mooi, aardig enz.) - Elle est bien.
|
Het zal mij een zorg wezen. (=het kan me niets schelen) - C'est le moindre de mes soucis.
|
2) gaan -
aller We zijn wezen fietsen. - Nous sommes allés faire du vélo. |
[ˈwezə(n)] [mv: wezens]1 levend schepsel, zoals een mens of dier - être (le ~(m))
créature (la ~(v))
`een menselijk wezen`
un être humain
`een buitenaards wezen`
un/une extraterrestre
2 ( kern) ( kwintessens) de essentie (van iets of iemand) - essence (la ~(v))
nature (la ~(v))
`oorsprong en wezen van de dingen`
l'origine et l'essence des choses
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het wezen | créature (v) |
de wezen | être (ww.) ; homme (m) ; individu (m) ; mortel (znw.) ; personne (v) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `wezen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aardNL: iemandNL: individuNL: kernNL: kwintessensNL: mensNL: mensenkindNL: persoonNL: schepselNL: stervelingUitdrukkingen en gezegdes
NL: wij zijn
wezen dansen
FR: nous avons été danserNL: hij mag er
wezen
FR: il est un peu là NL: in
wezen laten
FR: conserverNL: in
wezen zijn
FR: existerNL: uit zijn diepste
wezen
FR: du plus profond de lui