Vertalingen wandelen NL>FR
wandelen
werkw.
Uitspraak: | ['wɑndələ(n)] |
Verbuigingen: | wandelde (verl.tijd ) heeft gewandeld (volt.deelw.) |
langzaam lopen voor je plezier, bijvoorbeeld in de natuur -
se promener (à pied) , se balader Ik ga even een eindje wandelen. - Je vais faire un petit tour à pied. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wandelen (ww.) | errer (ww.) ; faire un tour (ww.) ; marcher (ww.) ; se balader (ww.) ; se promener (ww.) |
wandelen | aller ; passer ; randonnée (v) ; randonnée pédestre (v) |
Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `wandelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: een wandeling makenNL: flanerenNL: kuierenNL: lopenNL: promenerenNL: rondslenterenNL: slenterenNL: stappenNL: tippelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: wandelen naar
FR: se rendre à pied à NL: het
wandelen
FR: la promenadeNL: aan het
wandelen zijn
FR: être en promenade