Vertalingen vertrouwen NL>FR
I het vertrouwen
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [vər'trɑuwə(n)] |
1) geloof dat iemand eerlijk is -
confiance (la ~) Hij heeft mijn vertrouwen geschonden. - Il a trahi ma confiance. |
iets in vertrouwen zeggen (=iets zeggen dat niet doorverteld mag worden) - confier quelque chose à quelqu'un
|
iemand in vertrouwen nemen (=iemand een geheim vertellen) - se confier à quelqu'un
|
2) geloof dat iets goed zal gaan -
confiance (la ~) zelfvertrouwen - confiance en soi vol vertrouwen in een goede afloop - être confiant dans un succès Ik heb er alle vertrouwen in. - Je suis très confiant à ce propos. |
II vertrouwen
werkw.
Uitspraak: | [vər'trɑuwə(n)] |
Verbuigingen: | vertrouwde (verl.tijd ) heeft vertrouwd (volt.deelw.) |
betrouwbaar vinden -
faire confiance , avoir confiance Ik vertrouw die techniek niet helemaal. - Cette technique ne m'inspire pas tout à fait confiance. Wie kan je nu nog vertrouwen? - À qui peut-on encore faire confiance de nos jours? |
Ik vertrouw hem voor geen cent/meter. (=ik vertrouw hem helemaal niet) - Je n'ai pas la moindre confiance en lui.
|
[vər'trɑuwə(n)]1 geloof dat iemand eerlijk is - confiance (la ~(v))
`Hij heeft mijn vertrouwen geschonden.`
Il a trahi ma confiance.
iets in vertrouwen zeggen
(= iets zeggen dat niet doorverteld mag worden) - confier quelque chose à quelqu'un
iemand in vertrouwen nemen
(= iemand een geheim vertellen) - se confier à quelqu'un
2 ( fiducie) geloof dat iets goed zal gaan - confiance (la ~(v))
`zelfvertrouwen`
confiance en soi
`vol vertrouwen in een goede afloop`
être confiant dans un succès
`Ik heb er alle vertrouwen in.`
Je suis très confiant à ce propos.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vertrouwen (ww.) | avoir confiance (ww.) |
het vertrouwen | confiance (v) ; confidence (v) ; conviction (v) ; foi (v) ; persuasion (v) |
vertrouwen | avoir confiance en ; compter |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vertrouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bouwenNL: confidentieNL: fiducieNL: geloofNL: hoopNL: toevertrouwenNL: vertrouwUitdrukkingen en gezegdes
NL: vertrouwen op
FR: avoir confiance en, se fier à NL: ik vertrouw dat
FR: j'aime à croire queNL: het niet
vertrouwen
FR: se méfierNL: te
vertrouwen zijn
FR: être digne de foi, être de confianceNL: vertrouwen hebben in
FR: faire confiance à NL: vertrouwen stellen in
FR: mettre sa confiance enNL: in
vertrouwen
FR: confidentiellementNL: Iemand in
vertrouwen nemen
FR: mettre quelqu'un dans la confidenceNL: met het volste
vertrouwen
FR: en toute confiance