Vertalingen vasthouden NL>FR
vasthouden
werkw.
Uitspraak: | [ˈvɑsthɑudə(n)] |
Verbuigingen: | hield vast (verl.tijd ) heeft vastgehouden (volt.deelw.) |
in je handen houden zonder los te laten -
tenir Hou jij die plank vast, dan timmer ik hem aan de muur. - Tiens cette planche, comme ça je vais la clouer au mur. |
Ik hou mijn hart vast. (=<dit zeg je als je angstig bent over iets>) - Cette idée me fait peur.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vasthouden (ww.) | emprisonner (ww.) ; tordre (ww.) ; tenir (ww.) ; serrer (ww.) ; s'incliner (ww.) ; retenir (ww.) ; ne pas laisser aller (ww.) ; garder chez soi (ww.) ; garder (ww.) ; détenir (ww.) ; comprimer (ww.) ; compresser (ww.) |
het vasthouden | fait de tenir (m) |
vasthouden | fidéliser ; mécanisation ; maintien dans l'état ; maintien ; maintenir |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vasthouden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhoudenNL: bannenNL: beethoudenNL: betoverenNL: bezwerenNL: bijhoudenNL: boeienNL: detinerenNL: gevangenhoudenNL: houd