Vertalingen vrij NL>FR
vrij
zelfst.naamw.
vrije dag of vrij moment op het werk of op school -
congé (le ~) Helaas, ik kan geen vrij krijgen. - Hélas! Je ne peux pas avoir de congé. Morgen hebben we een dagje vrij. - Demain nous aurons un jour de congé. |
[vrɛi]1 ( vrijaf) vrije dag of vrij moment op het werk of op school - congé (le ~(m))
`Helaas, ik kan geen vrij krijgen.`
Hélas! Je ne peux pas avoir de congé.
`Morgen hebben we een dagje vrij.`
Demain nous aurons un jour de congé.
[vrɛi]1 ( los) ( onbeperkt) (van iets/iemand) niet beperkt in zijn of haar beweging, mogelijkheden, gebruik enz. - libre
`Ik werk vier dagen per week, op vrijdag ben ik vrij.`
Je travaille quatre jours par semaine, je suis libre le vendredi.
`Wat doe je in je vrije tijd?`
Comment tu occupes tes loisirs?
`Is deze stoel vrij?`
Ce siège est-il libre?
op vrije voeten zijn
( vrij zijn) (= niet meer of nog steeds niet in de gevangenis zitten) - dans la nature / en liberté
uit vrije wil
(= omdat je het zelf wilt, niet omdat je moet) - de son plein gré
zo vrij zijn om iets te doen
(= de vrijheid hebben om iets te doen wat iemand vervelend zou kunnen vinden) - se permettre de faire quelque chose
`Mag ik zo vrij zijn om te vragen hoe oud u bent?`
Puis-je me permettre de vous demander votre âge?
`Ik ben zo vrij geweest om voor jou een kaartje te kopen.`
Je me suis permis de acheter une entrée pour toi.
2
vrij van iets
zonder iets - dépourvu de quelque chose / sans quelque chose
`vrij van conserveringsmiddelen`
sans conservants
`belastingvrij`
exonéré d'impôts / hors taxes
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vrij | franc ; vide ; sans frein ; sans discipline ; sans détours ; ouvert ; libre ; irrépressible ; ingouvernable ; indomptable ; indiscipliné ; franchement ; franche ; en liberté ; effréné ; déréglé ; débridé ; carrément ; sur une base volontaire ; ouvert ; offert ; librement ; libre ; de loisir ; clean |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `vrij`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bandeloosNL: behoorlijkNL: beschikbaarNL: eigen baasNL: gratisNL: in vrijheidNL: loosNL: losNL: losbandigNL: onbewimpeldUitdrukkingen en gezegdes
NL: vrije opgang
FR: escalier (le) indépendantNL: ik ben zo
vrij geweest te
FR: je me suis permis deNL: vrije dag
FR: jour (le) de congéNL: het
vrije kwartier
FR: la récréationNL: vrije tijd
FR: loisir (le)NL: vrije val
FR: chute (la) libreNL: vrije slag
FR: nage (la) libreNL: de handen
vrij hebben
FR: avoir ses coudées franchesNL: vrij van successierechten
FR: exonéré de droits de successionNL: de
vrije wil
FR: le libre arbitreNL: het staat u
vrij om
FR: libre à vous deNL: vrij veel
FR: pas mal deNL: in z'n
vrij zetten (auto)
FR: mettre au point mort