Vertaal
Naar andere talen: • tijdperk > DEtijdperk > ENtijdperk > ES
Vertalingen tijdperk NL>FR
[ˈtɛitpɛrk]
[mv: tijdperken]

1 periode met bepaalde eigen kenmerken - époque (la ~(v))
période (la ~(v))
ère (la ~(v))
âge (le ~(m))

  `Een nieuw tijdperkt breekt aan.`Een nieuw tijdperk breekt aan.
Une nouvelle ère commence.

  het stenen tijdperk
   (= prehistorische periode toen de mensen hun werktuigen en gebruiksvoorwerpen van steen maakten) - l'âge de (la) pierre


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het tijdperk an (m) ; cycle (m) ; époque (v) ; ère (v) ; période (v) ; saison (v) ; temps (m)
tijdperkla génération
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `tijdperk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: epoch
NL: epoche
NL: era
NL: periode
NL: tijd
NL: tijdsgewricht
NL: tijdsruimte
NL: tijdsverloop
NL: tijdvak