Vertalingen trappelen NL>FR
trappelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈtrɑpelə(n)] |
Verbuigingen: | trappelde (verl.tijd ) heeft getrappeld (volt.deelw.) |
je benen telkens op en neer bewegen door ze te buigen en te strekken -
trépigner trappelen van de kou - battre la semelle |
trappelen van ongeduld (=) - trépigner d'impatience
|
Ik sta te trappelen om te beginnen. (=ik heb zin om te beginnen) - Je trépigne d'impatience pour commencer.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
trappelen (ww.) | trépigner (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `trappelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: stampen