Vertalingen trappelen NL>DE
trappelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈtrɑpelə(n)] |
Verbuigingen: | trappelde (verl.tijd ) heeft getrappeld (volt.deelw.) |
je benen telkens op en neer bewegen door ze te buigen en te strekken -
trampeln , strampeln trappelen van de kou - trampeln vor Kälte |
trappelen van ongeduld (=) - trampeln vor Ungeduld
|
Ik sta te trappelen om te beginnen. (=ik heb zin om te beginnen) - Ich scharre mit den Hufen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
trappelen (ww.) | trampeln (ww.) ; trappelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `trappelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: stampenUitdrukkingen en gezegdes
NL: v. ongeduld
trappelen
DE: vor Ungeduld von einem Fuß auf den andren treten