Vertalingen tent NL>FR
[tɛnt] [mv: tenten]1 constructie van (flexibele) stokken met daaroverheen gespannen doek waarin je kunt verblijven of kunt wonen - tente (la ~(v))
`een tent opzetten`
monter/dresser une tente
`een tent afbreken`
démonter une tente
`een tweepersoons tent`
une tente pour deux personnes
`bungalowtent`
bungalow
`een lichtgewicht tent`
une tente légère
`tentenkamp`
camp de tentes
kamperen met een tent - faire du camping sous la tente
ergens je tenten opslaan
(= je ergens vestigen) - planter sa tente quelque part
iemand uit zijn tent lokken
(= iemand provoceren) - tirer les vers du nez à quelqu'un
2 café of restaurant - bistrot (le ~(m))
`Dat is een gezellige tent waar je goed kunt eten.`
C'est un bristot sympa où on mange bien.
3
Het publiek brak de tent bijna af.
het publiek was erg enthousiast - Le public était en délire.
4
een tent runnen
een bedrijf leiden - diriger une boîte
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de tent (m) | guitoune |
de tent | tente (v) |
tent | tente |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tent`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gelegenheidNL: kampeertentNL: kraamUitdrukkingen en gezegdes
NL: een aardige
tent
FR: une bonne boîteNL: een
tent opslaan
FR: dresser une tente