Vertaal
Naar andere talen: • slepen > DEslepen > ENslepen > ES
Vertalingen slepen NL>FR
[ˈslepə(n)]
[vvt: heeft gesleept]

1 (iets) over de grond vooruit trekken - traîner

  `een kapotte auto slepen`
  remorquer une voiture en panne



2
  erdoorheen slepen
zorgen dat (iemand) uit de problemen raakt - aider (quelqu'un) à s'en sortir

  `Zij heeft het na de echtscheiding heel moeilijk, maar ik sleep haar er wel doorheen.`
  Elle est dans une mauvaise passe après son divorce, mais je réussirai sans doute à l'aider à s'en sortir.



3
  eruit slepen
(een voordeel) weten te krijgen - en (re)tirer

  `geld eruit slepen`
  en tirer de l'argent

  `de hoofdprijs eruit slepen`
  gagner le gros lot


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
slepen (ww.) déplacer (ww.) ; glisser (ww.) ; niveler (ww.) ; remorquer (ww.) ; traîner (ww.)
Bronnen: ICT-Woordenboek; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; interglot


Voorbeeldzinnen met `slepen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: binnenslepen
NL: boegseren
NL: helpen
NL: meeslepen
NL: sjouwen
NL: trekken
NL: verlopen
NL: voorttrekken
NL: wegslepen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: gesleept worden FR: être en remorque
NL: met de haren er bij slepen FR: tirer par les cheveux