Vertalingen slenteren NL>FR
[ˈslɛntərə(n)] [vvt: heeft geslenterd]1 langzaam en doelloos lopen - traîner
`door het dorp slenteren`
traîner dans le village
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
slenteren (ww.) | baguenauder (ww.) ; faire un tour (ww.) ; flâner (ww.) ; se balader (ww.) ; se promener (ww.) ; traîner (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `slenteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: banjerenNL: drentelenNL: kuierenNL: lopenNL: rondslenterenNL: wandelen