Vertaal
Naar andere talen: • slingeren > DEslingeren > ENslingeren > ES
Vertalingen slingeren NL>FR

slingeren

werkw.
Uitspraak:  [ˈslɪŋərə(n)]
Verbuigingen:  slingerde (verl.tijd )

1) niet in een rechte lijn voortgaan - zigzaguer , faire des zigzags
Verbuigingen:  heeft, is geslingerd (volt.deelw.)
De weg slingert. - La route serpente / fait des zigzags.
De auto slingert over de weg. - La voiture fait des zigzags sur la route.
De dronken man liep slingerend door de straat. - L'homme ivre marchait dans la rue en zigzaguant.

2) (van iets dat hangt) heen een weer gaan - balancer , être agité
Verbuigingen:  heeft, is geslingerd (volt.deelw.)
aan een touw heen en weer slingeren in de wind - accroché à une corde, être agité par le vent

3) gooien - lancer , jeter
Verbuigingen:  heeft geslingerd (volt.deelw.)
bij een ongeluk uit de auto geslingerd worden - lors d'un accident, être éjecté de la voiture
iemand verwijten naar het hoofd slingeren - lancer/jeter de reproches à la tête/figure de quelqu'un

4) (van iets) ergens liggen waar het niet hoort - traîner
Verbuigingen:  heeft geslingerd (volt.deelw.)
een vertrouwelijk rapport op je bureau laten slingeren - laisser traîner un rapport confidentiel sur son bureau

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
slingeren (ww.) dodeliner (ww.) ; virer (ww.) ; vaciller (ww.) ; tressauter (ww.) ; traîner (ww.) ; tourner (ww.) ; tituber (ww.) ; sursauter (ww.) ; secouer (ww.) ; se déporter (ww.) ; se balancer (ww.) ; pendiller (ww.) ; osciller (ww.) ; lancer (ww.) ; jeter (ww.) ; fluctuer (ww.) ; chanceler (ww.) ; cahoter (ww.) ; bringuebaler (ww.) ; brimbaler (ww.) ; bercer (ww.) ; balancer (ww.) ; agiter (ww.)
het slingerenle roulis
slingeren biais ; serpenter ; roulis ; rouler ; pompage ; osciller ; oscillations pendulaires ; lacet
Bronnen: interglot; Wikipedia; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `slingeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bengelen
NL: gooien
NL: heen en weer zwaaien
NL: kletteren
NL: kronkelen
NL: laveren
NL: rondslingeren
NL: schommelen
NL: smakken
NL: snorren

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: geslingerd worden FR: être indécis