Vertalingen slag NL>FR
I het slag
zelfst.naamw.
1) soort -
genre (le ~), espèce (la ~) Voor een bepaald slag mensen ligt dit onderwerp heel gevoelig. - Pour un certain genre de personnes, ce thème est très sensible. |
2) deel van de uitdrukking: -
een slag groter (=een beetje groter) - une taille au-dessus
|
II de slag
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [slɑx] |
Verbuigingen: | slagen (meerv.) |
1) keer dat je slaat (2) spreektaal -
coup (le ~), gnon (le ~) een harde slag in het gezicht - une violente gifle |
zonder slag of stoot (=zonder verzet) - sans coup férir
|
een slag in de lucht (=gok) - un choix au feeling / au hasard / au flair / au petit bonheur
Hij is misschien vijftig? Ik doe maar een slag in de lucht. - Il a peut-être cinquante ans? Je dis cela au flair.
|
een slag slaan naar (=(iets) raden) - deviner
|
op slag (=direct) - tout de suite / sur le coup
Ze was op slag dood. - Elle a été tuée sur le coup.
|
je slag slaan (=profiteren van iets gunstigs) - en profiter
|
2) enkele beweging bij het zwemmen, roeien of schaatsen -
mouvement (le ~) een mooie slag hebben - faire des mouvements réguliers |
een slag voor zijn (=eerder zijn dan (iemand)) - prendre de vitesse / dépasser
|
de slag te pakken krijgen (=iets beginnen te kunnen) - attraper le coup / s'être fait la main
Het is gelukt. Ik krijg nu de slag te pakken. - Ça marche! Je commence à me faire la main.
|
3) plotselinge en zeer pijnlijke ervaring -
coup (le ~), choc (le ~) Dat het bobbeltje een kwaadaardige tumor bleek te zijn, was een grote slag voor haar. - Ce fut un grand choc pour elle d'apprendre que la petite boule était en fait une tumeur maligne. |
4) gevecht tussen vijandelijke legers -
bataille (la ~) slag leveren om een stad - livrer bataille pour prendre une ville |
5) golven (in je haar) -
ondulations (la ~) Ik heb geen krullen, maar wel slag in mijn haar. - Je n'ai pas de boucles, mais des ondulations. |
6) deel van de uitdrukking: -
van slag zijn (=door iets naars niet normaal functioneren) - ne pas être dans son état normal
|
7) deel van de uitdrukking: -
aan de slag gaan (=gaan handelen) - se mettre au travail
|
8) deel van de uitdrukking: -
een slag om je arm houden (=(iets) zeggen onder voorbehoud) - se réserver une porte de sortie
|
[slɑx]1 soort - genre (le ~(m))
espèce (la ~(v))
`Voor een bepaald slag mensen ligt dit onderwerp heel gevoelig.`
Pour un certain genre de personnes, ce thème est très sensible.
2
een slag groter
een beetje groter - une taille au-dessus
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de slag (m) | guerre (v) ; le choc ; claque (v) ; classe (znw.) ; classe sociale (v) ; combat (m) ; contrecoup (m) ; coup (m) ; genre (m) ; groupe social (m) ; bataille (v) ; lutte (v) ; ordre (m) ; race (v) ; sorte (v) ; subdivision (v) ; torgnole (v) ; tuile (v) ; type (m) |
slag | course du fil ; battement oblique ; commettage ; coup ; coup de bélier d'onde ; course ; la course ; course de la table ; course de table ; battement ; longueur de course ; mouvement ascendant ; parcelle culturale ; sens de toronnage ; sole ; taquet ; va-et-vient ; vrillage |
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `slag`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedrevenheidNL: beukenNL: coupNL: deiningNL: draaiNL: dreunNL: fiascoNL: flopNL: genreNL: gevechtUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
slag van iets hebben
FR: s'entendre à NL: er
slag van hebben met mensen om te gaan
FR: avoir de l'entregentNL: er
slag van krijgen om
FR: se faire à NL: een
slag om de arm houden
FR: se ménager une porte de derrièreNL: alle
slagen halen
FR: faire toutes les levéesNL: de
slagen opnemen
FR: relever les levéesNL: aan de
slag gaan
FR: se mettre au travailNL: aan
slag komen
FR: prendre la mainNL: met één
slag
FR: d'un seul coup, tout d'un coupNL: op
slag
FR: sur le coupNL: van
slag zijn
FR: décompterNL: zonder
slag of stoot
FR: sans coup férirNL: van allerlei
slag
FR: de tout poilNL: van het
slag van
FR: du genre de