Vertaal
Naar andere talen: • rijk > DErijk > ENrijk > ES
Vertalingen rijk NL>FR
[rɛik]

1 ( vermogend) met veel meer bezit dan de meeste andere mensen - riche - nanti/-ie - fortuné/-ée

  slapend rijk worden
   (= rijk worden zonder er moeite voor te doen) - amasser la fortune en dormant

  stinkend rijk
   (= erg rijk) - plein aux as



2 ( overvloedig) met veel gebeurtenissen of details - riche - abondant/-ante

  `Brussel is een stad met een rijke geschiedenis.`
  Bruxelles est une ville dont l'histoire est riche.

  `rijk geïllustreerd`
  richement/abondamment illustré

[rɛik]

1 ( staat) overheid - État (le ~(m))
povoirs (le ~(m)) publics nationaux

  `Dat is een zaak tussen de gemeenten en het Rijk.`
  C'est une question à régler entre les communes et l'État.

[rɛik]
[mv: rijken]

1 grondgebied van een staat - empire (le ~(m))

  `het Turkse rijk`
  l'Empire turc

  het rijk alleen hebben
   (= alleen zijn en door niemand gehinderd worden) - avoir le champ libre


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
rijk (znw.) situation (v) ; royaume (m) ; peuple (m) ; nation (v) ; état (m) ; empire (m) ; condition (v) ; circonstance (v) ; autorités (v)
rijk riche ; richement ; puissant ; prospère ; fortuné ; florissant ; abondant ; État ; riche ; Reich (m) ; règne ; nanti ; étoffé
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `rijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: abundant
NL: bemiddeld
NL: gebied
NL: gefortuneerd
NL: kostbaar
NL: land
NL: mollig
NL: natie
NL: overdadig
NL: overheid

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: rijk aan FR: riche en
NL: rijk maken FR: enrichir
NL: rijk worden FR: s'enricher
NL: zijn rijk is uit FR: son règne a pris fin
NL: het rijk alleen hebben FR: être seul