Vertalingen pastoor NL>FR
de pastoor
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [pɑsˈtor] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
rooms-katholiek geestelijke die een parochie leidt religie -
curé (le ~) [pɑsˈtor] [mv: pastoors]1 [Religie]"/>rooms-katholiek geestelijke die een parochie leidt - curé (le ~(m))
© K Dictionaries Ltd.
Overige bronnen
de pastoor (m) | curé (m) ; pasteur (m) ; prêtre (m) |
pastoor | curé |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `pastoor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hoe
NL: hoeder
NL: pastor
NL: zielenherder
NL: zwarte kip