Vertaal
Naar andere talen: • pastoor > DEpastoor > ENpastoor > FR
Vertalingen pastoor NL>ES

de pastoor

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [pɑsˈtor]
Verbuigingen:  pastoors (meerv.)

rooms-katholiek geestelijke die een parochie leidt religie - cura (el ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de pastoor (m) el cura (m) ; eclesiástico (znw.) ; el guía espiritual (m) ; el párroco (m) ; el pastor (m) ; el sacerdote (m) ; la sentina (v)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `pastoor`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: hoe
NL: hoeder
NL: pastor
NL: zielenherder
NL: zwarte kip